Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Voorts kwamen zij in [11]Gilead, en in het [12]lage land Hodsi; ook kwamen zij tot [13]Dan-jaan, en rondom bij [14]Sidon. 11. Strekkende van de beek Arnon tot aan de noordpalen van Kanaan. 12. Hebreeuws, het land Tachtim Chodschi; dat sommigen vertalen, het land dergenen, die in de laagte wonen, nieuwelijks [bewoond, of verkregen], te weten, bij Sauls tijd, gelijk sommigen menen. Zie 1 Kron.5:10. Anderen duiden het op der Ammonieten en Moabieten land, waarvan boven hfdst.8 vs.2, en hfdst.12 vs.29,30,31. Sommigen houden het voor een eigennaam van zekere streek. 13. Dit houdt men te wezen de stad Dan, de noordergrenzen van Kanaan, vermeld vs.2, tevoren genoemd Lais en Leschem, Joz.19:47; Richt.18:29. 14. Zie Richt.18:7.